Maandblad Film en Toneel Revue (6 nummers gebonden: Jaargang 1, nr. 2 4, extra nummer, jaargang 2, nummer 1), 1952-1953.
Conditie: goed – gebruikte staat.
Hardcover.
Gewicht: 442 gr.
Afmetingen: 16 x 24 cm.
Prijs: 120€
Zeldzame gebonden versie met zes tot nu toe onbekende nummers van het Maandblad Film en Toneel Revue
Thunnis van Oort, Het Nederlandse filmtijdschrift en de markt, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 13/2, 2010, 157-174 (onderstaand citaat komt van p. 163):
“Het initiatief dat sinds 1945 nog het langst beklijfde, namelijk tot in 1952, vertoonde in de naamgeving opmerkelijke parallellen met Cinema en theater: Film en theater, in 1948 herdoopt tot Film en toneel. Opnieuw ging het om een brede formule waarin niet alleen film aan bod kwam, maar ook de podiumkunsten, al betrof het geen algemeen geïllustreerd blad zoals het vooroorlogse Cinema en theater. De focus lag op populair amusement, zoals de ondertitel al vanaf 1949 aangeeft: ‘Film, toneel, dans, cabaret, operette, revue, radio, enz.’. Het blad richtte zich ook op de Vlaamse markt. Enkele bekende figuren uit de Nederlandse film- en amusementswereld werkten mee aan het blad: L.J. Jordaan, Ellen Waller, Alex de Haas, Max Tak en Max van Wesel. Hoofdredacteur en later ook uitgever van Film en theater/Film en toneel was E.J. Hollmann. Over hem is vrijwel niets bekend in de literatuur. Uit de colofons van de latere jaargangen blijkt dat Hollmann niet alleen hoofdredacteur, maar mettertijd ook uitgever van het blad geworden was (vanaf wanneer precies is onbekend). Aanvankelijk werd het blad uitgegeven door uitgeverij ‘De vrijheid’ te Amsterdam, later werd dit ‘De internationale pers’. Hollmann was afkomstig uit de bladenwereld, voor zover bekend niet uit het filmbedrijf. Hij was tevens hoofdredacteur van Moeder en kind (1947-1948), het damesblad van ‘De internationale pers’. In 1948 werd dat blad overgenomen door uitgeverij ‘De geïllustreerde pers’ en opgenomen in zijn succesformule Margriet. Vermoedelijk ontbeerde Hollmann de nauwe banden met het filmbedrijf waar Pier Westerbaan deels zijn positie aan ontleend had vóór de oorlog. Toen Hollmann Film en toneel eenmaal via zijn eigen ‘Uitgeverij voor film en toneel’ ging uitbrengen, probeerde hij, net als Westerbaan destijds had gedaan, naast het publieksblad een vakblad uit de geven. Dit mislukte echter; zijn in 1951 gestarte Film en bedrijf: vakblad voor de filmbranche kwam waarschijnlijk niet verder dan één jaargang. In 1952, na zeven jaar, zag Hollmann zich gedwongen het tweewekelijkse Film en toneel stop te zetten. In de laatste aflevering werd als opvolger het maandblad De film en toneel-revue aangekondigd, maar daarvan is slechts de eerste aflevering bewaard gebleven. Dit blad werd datzelfde jaar weer opgevolgd door het tweemaandelijkse Film en toneel: amusement, ontspanning, toerisme. De titel geeft aan dat de bladformule werd verbreed met aandacht voor reizen en toerisme. Het blad verdween in 1953 definitief van het toneel. De voortdurende wisselingen van titel, uitgever, formule en de afnemende verschijningsfrequentie kunnen worden opgevat als indicaties van een moeizaam bestaan. Enkele andere filmtijdschriften die gedurende deze wederopbouwjaren verschenen, kenden nog kortstondiger en grilliger levenslopen.”